Gepubliceerd op 11-11-2021

spuit

betekenis & definitie

v. -en;

1. werktuig, om te spuiten; inz. cilinder met een of meer openingen aan het ene (tot een punt vernauwde) uiteinde, waardoor men met behulp van een zuiger een vloeistof of weke massa kan uitwerpen als straal: zie brandspuit, glazenspuit, klisteerspuit; ir. spuit elf geeft ook water, die onbeduidende man zegt eindelijk ook eens een woord;
2. gmz. geweer; paraplu: neem je spuit mee.

< >