m. slaven (Fr. esclave [Lat. sclavus = eig. gevangen Slaviër]: 1 lijfeigene, die geen persoonlijke rechten heeft; bij verschillende volken en in verschillende tijden echter in min of meer verzachte vorm; 2 fig. iem., wiens vrijheden sterk beknot zijn, die aan een vreemden overheerser is onderworpen; iem., die in harde dienstbaarheid verkeert; iem., die zich van zekere neigingen of gewoonten niet kan losmaken):
1. als slaaf verkocht worden; de slaaf bij de Grieken kon door zijn heer gedood worden;
2. de slaven van het kapitaal; fig. de slaaf zijn ener gewoonte, van zijn hartstochten enz., geheel onderworpen aan.