zoop op, h. opgezopen (1 gretig tot zich nemen, opdrinken; 2 door zuipen verteren):
1. de jenever opzuipen;
2. al zijn geld opzuipen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
zoop op, h. opgezopen (1 gretig tot zich nemen, opdrinken; 2 door zuipen verteren):
1. de jenever opzuipen;
2. al zijn geld opzuipen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: