liep na, h. en i. nagelopen (1 achternalopen, achter iem. aanlopen; 2 in gang achterblijven):
1. de hond is mij tot hier nagelopen; fig. het geluk heeft hem altijd nagelopen;
2. mijn horloge loopt na.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
liep na, h. en i. nagelopen (1 achternalopen, achter iem. aanlopen; 2 in gang achterblijven):
1. de hond is mij tot hier nagelopen; fig. het geluk heeft hem altijd nagelopen;
2. mijn horloge loopt na.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: