Gepubliceerd op 11-11-2021

ketter

betekenis & definitie

m. -s (Gr. katharos = zuiver: eig. zuiveraar; gedoopt christen, die afwijkt van de heersende, als rechtzinnig erkende leer, inz. afvallige van het R.-K. geloof): zegsw. elke (of: iedere) ketter heeft zijn letter, ieder weet voor zijn beweren wel gronden te vinden; een ketter op het gebied der kunst.

< >