Gepubliceerd op 11-11-2021

jachtmisdrijf

betekenis & definitie

o. -misdrijven (België: jachtdelict);

jachtopziener, m. -s (persoon, belast voor zekere kring met het toezicht op naleving der jachtwet): een aangeschoten jachtopziener;

jachtrecht, o. (1 het voor de uitoefening van de jacht geldende recht; 2 het recht om op enig terrein te jagen):

1 verbetering van het Nederlandse jachtrecht; 2 heerlijk jachtrecht, recht tot de jacht, van den heer op de gronden in zijn heerlijkheid;

jachtrevier, o. -en (jachtgebied);

jachtroer, o. -en ([ouderwets] jachtgeweer);

jachtschotel, m. -s (zeker gerecht van vlees, aardappelen, uien en zure appelen);

jachtslot, o. -sloten (vorstelijk jachthuis; slot tot verblijf van den heer, den vorst en zijn gasten tijdens de jachttijd).