I. o. fretten (Fr. furet [v. Lat. fur = dief]: albino-bunzing, gebruikt om op konijnen te jagen; Lat. putorius putorius);
II. m. fretten (Fr. foret: boor, waarvan het ijzer aan de onderzijde van een schroefdraad voorzien is: schroefboor);
III. m. (Z.-N. eten); plat.