Gepubliceerd op 11-11-2021

erfelijk

betekenis & definitie

I. bn. (1 door erfenis verworven en vererfbaar; door vererving overgaande; 2 van eigenschappen: van het ene geslacht op het andere overgaand of overgegaan):

1. een erfelijk bezit; een erfelijke adel,
2. een erfelijke ziekte, b.v. haemophilie.

II. bw. (zo, dat een eigenschap van het ene geslacht op het andere overgaat): deze gebreken planten zich erfelijk voort, van het ene geslacht op het andere; zegsw. eeuwig en erfelijk, altijd.

< >