Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie P
- poesta
- poesten
- poester
- poëta
- poëtaster
- poëtastorij
- poëtiek
- poëtisch
- poëtiseren
- poetje
- poets
- poetsen
- poetskatoen
- poetslap
- poetspommade
- poetsster
- poetszak
- poezel
- poezelachtig, poezelig
- poëzie
- poëzie-album
- pof
- pofadder
- pofbroek
- poffen
- poffertje
- poffertjeskraam
- poffertjespan
- pogen
- poging
- pogrom
- poilu
- point
- point dAngleterre
- point dhonneur
- point dorgue
- point-lacé
- pointe
- pointer
- pointeren
- pointeur
- pok
- pokachtig
- pokdaal
- pokdalig
- poken
- poker
- pokhout
- pokkel
- pokken
- pokkenbriefje
- pokkenepidemie
- pokput
- pokstof
- pol
- polair
- Polak
- polakker
- polarisatie
- polariteit
- polder
- polder-gemaal
- polder-werker
- polderbelasting
- polderbemaling
- polderbestuur
- polderboer
- polderdijk
- polderdistrict
- polderjongen
- polderkeet
- polderkoorts
- polderland
- poldermeester
- poldermolen
- polderpeil
- polderschouw
- poldersluis
- polderwater
- polei
- polemicus
- polemiek
- polemisch
- polemiseren
- polemist
- Polen
- polenta
- poleren
- poli
- polichinel
- poliep
- polieren
- poliet
- polijsten
- polijster
- polijstpapier
- polijststaal
- polijststeen
- polijstster
- polijstwerk