I. v. builen, builtje (gezwel, opgelopen bobbel, bult): zich een buil vallen; een pestbuil.
II. m. builen, builtje ([papieren] zakje, ook: builmolen), zie buidel.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. v. builen, builtje (gezwel, opgelopen bobbel, bult): zich een buil vallen; een pestbuil.
II. m. builen, builtje ([papieren] zakje, ook: builmolen), zie buidel.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: