bevorderde, h. bevorderd (1 de ontwikkeling van iets [inz. iets onstoffelijks] begunstigen, vooruithelpen; 2 in rang doen stijgen, promoveren):
1. de voortgang van een werk, de welvaart bevorderen;
2. een leerling tot een hogere klas bevorderen, verhogen; bevorderen tot majoor.