Gepubliceerd op 11-11-2021

beloop

betekenis & definitie

o. in bet. 2, 3 belopen (1 gang, 2 bedrag; 3 v. e. dijk enz.: glooiing):

1. iets op zijn beloop laten, zijn gang laten gaan; naar beloop van zaken; ‘s werelds beloop;
2. het beloop van een rekening;
3. deze dijk heeft een beloop van 1 op 3½ m.

< >