Gepubliceerd op 11-11-2021

baal

betekenis & definitie

I. baal, v. balen, baaltje (met koopwaar gevulde, dichtgenaaide zak van grof linnen, jute enz.; de hoeveelheid, die er in gaat; papiermaat nl. 10 riem, 200 boek van 24 of 25 vel): een baal koffie, rijst.

II. Baäl, m. (eig. heer: afgod [der Pheniciërs en Babyloniërs]).