Gepubliceerd op 11-11-2021

amandel

betekenis & definitie

amandeltje, Gr.-Lat. amandula:

I. m. amandels (tot de roosachtigen behorende steenvruchtdragende boom uit Z.-Europa, in ons land als sierheester; Lat. amygdalus communis);

II. v. amandels, amandelen (1 steenvrucht, mangel; 2 in het mv. twee klierachtige organen den weerszijden in de neuskeelholte):

1. bittere en zoete amandelen; zie ook sausje;
2. ontsteking, opzetting der amandelen.

< >