rafelde af, heeft (1), is (2) afgerafeld;
1. ontdoen van de rafels, d. i. van de losgeraakte draden; de inslag wegtrekken: Penélope rafelde ’s nachts af, wat zij ’s daags gewerkt had;
2. rafels loslaten: een afrafelende doek.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
rafelde af, heeft (1), is (2) afgerafeld;
1. ontdoen van de rafels, d. i. van de losgeraakte draden; de inslag wegtrekken: Penélope rafelde ’s nachts af, wat zij ’s daags gewerkt had;
2. rafels loslaten: een afrafelende doek.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: