I. aan gieren, gierde -, i. -gegierd (v.
schepen of ruiters: zwenkend naderen; O.-I.
gmz. aankeren): het schip gierde -.
II. aangieren, gierde -, i. -gegierd (v. stormen: huilend naderen): de storm kwam -.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. aan gieren, gierde -, i. -gegierd (v.
schepen of ruiters: zwenkend naderen; O.-I.
gmz. aankeren): het schip gierde -.
II. aangieren, gierde -, i. -gegierd (v. stormen: huilend naderen): de storm kwam -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: