zoon v. Zeus en de nimf Maia, de dochter van Atlas, de god van alles, waarbij behendigheid, gevatheid en list te pas komen.
Daarom is hij in de eerste plaats de snelle en slimme bode v. Zeus en geleidt hij als zoodanig de zielen naar de Onderwereld. Verder de god v. d. koophandel, de uitvinder van de lier, de letters, ds gymnastiek en de uitlegkunde (hermeneutiek) de beschermer van de opvoeding der jeugd en van straten en wegen. Van geen god vond men zooveel beelden (hermen) langs den openbaren weg als van hem ; hij wordt afgebeeld als een slanke jongeling met vleugels aan hoed en schoenen en een herautstaf in de hand; bekend is de Hermeskop van Praxiteles en het bronzen beeld van den zittenden Hermes van Herculaneum; zie verder bij Mercurius.