Lijf-, bedden- en huishoudgoed, waarmee iemand wordt toegerust, bijv. bij huwelijk. Vroeger werd de u. menigmaal uit zelfgesponnen vlasgaren vervaardigd en bestond uit een grooter aantal stukken. De tegenwoordige u. is gedeeltelijk van andere grondstof en kleiner in aantal stukken, een gevolg van de telkens wisselende mode, die ook voor → ondergoed voortdurend nieuwe modellen en weefsels voorschrijft, alsook ten gevolge van de huidige waschmethodes, waardoor in veel gevallen voor huishoudgoed aan katoen boven linnen de voorkeur wordt gegeven. Voor het fijne tafelgoed, voor heerenzakdoeken en droogdoeken, speciaal glazendoeken, verdient linnen de voorkeur, omdat in het eerste geval niets den glans van het linnen damast kan evenaren, en in het tweede geval katoen na eenige malen wasschen pluist en de bezwaren hiervan zich in het gebruik demonstreeren.
Wordt in onze streken bij het aanschaffen van een uitzet de beurs geraadpleegd, voor een Indisch en uitzet heeft men tevens rekening te houden met gewijzigde omstandigheden ten gevolge van het klimaat. Men houde vooral rekening met de Indische waschmethode, welke groote slijtage veroorzaakt. Katoen of half linnen verdient voor tafel-, huishouden beddegoed de voorkeur boven zuiver linnen, omdat het laatste beduidend duurder is en even snel om vernieuwing vraagt. In de groote plaatsen worden soms Europ. "bedden gebruikt, zoodat de afmetingen van lakens en sloopen dezelfde kunnen zijn als bij ons gebruikelijk. De inlandsche goeling of rolsloop is echter noodzakelijk als maatregel tegen de warmte (afmetingen: 40 bij 100 cm). De strook aan den voorkant van het beddelaken is afneembaar en meestal versierd met inlandsche kant en tusschenzetsels.
Voor lijfgoed is ongekleurde, onverzwaarde, dunne, maar ondoorzichtige zijde de prettigste dracht. Voor damesondergoed kieze men als model chemise-envelop met rokje. Voor heerenkleeding voldoen de witte katoenen pakken het meest. Voor meer gekleede costuums neemt men shantung. Vóór den overtocht verwijdere men alle spelden, die het opgemaakte goed bijeen houden. J. Rutten.