Zweedsch romanschrijfster van cosmopolitischen rang. * 20 Nov. 1868 te Marbacka (Varmland). Opgevoed te Stockholm, en in het middelbaar onderwijs werkzaam te Landskrona (1885-’95),begon zij in 1890 met bescheiden verhalend proza de aandacht op zich te vestigen, en bereikte reeds in 1891 de groote beroemdheid met haar meesterwerk: Gösta Berlings Saga. Sinds 1896 leeft zij uitsluitend voor de literatuur; zij kreeg in 1909 den Nobelprijs en werd in 1914 lid van de Zw.
Akademie. De romans van Lagerlöf (in twaalf talen overgezet) omweven met de phantastische sfeer van sagen en sprookjes uit haar geboorteland (cf. Märbacka; 1923) een visionnair geschouwde, innerlijke werkelijkheid, die, ondanks het warm lyrisme van haar stijl, nooit de eigenlijke werkelijkheid verraadt.
De forsche techniek der Oud-IJslandsche Saga beïnvloedde sterk haar eigen roman-formule, die van het epos evenveel heeft als van den 19e-eeuwschen roman en waarvan gezond realisme, boeiende episodenrijkdom, spannende epische compositie, diepe ethische ernst, afwisselende teekening van individuen en schildering van groepen en dichterlijke symbolistische atmosfeerschepping de kenmerken zijn. Alleen trof haar het noodlot van hen, die reeds vroeg het meesterschap bereiken: haar kunst vernieuwde zich niet of nauwelijks na 1907 en ontaardde in gemaniëreerde zelfnabootsing.Voorn. werken: Gösta Berlings Saga (1891); Osynliga länkar (1894); Antikrists Mirakler (antisocialistisch ; 1897); Drottningar i Kungahälla (1897); Jerusalem (1902); Kristuslegender (1904); Hr. Arnes penningar (1904); En saga om en saga (1904 ; autobiogr.); Nils Holgerssons underbara resa (1907) ; Körkarlen (1912); Kejseren af Portugallien (1914) ; Löwensköldska ringen (1925); Anna Svärd (1928) ; Ett barns memoarer (1930 ; autobiogr.).
Voorbeeldige Duitsche vert.: Gesamm. Werke (12 dln. 1928). Ook grootendeels vertaald in het Ned.).
Lit.: O. Levertin, S. L. (Berlijn 1904); H. Lassen, S. L. (1905); I. Mortensen, S. L. (1908); M. Kristensen, S. L. (1918); W. Berendsohn, S. L. (1927); O. Freye, S. L. (1933); A. Büscher, L.-Bibliographie (1930).
Baur.