Scholastiek wijsgeer en godgeleerde, nominalist. * 1050 te Compiègne, ♱ 1125 te Tours. Leeraar te Compiègne, Loches, Besançon en Tours.
Volgens zijn tegenstanders → Anselmus van Canterbury, Abélard en Joannes van Salisbury zou R. een sensualistische kentheorie hebben gehuldigd en alle abstracte kennis hebben verworpen. Voor zoover echter de weinige teksten ons tot oordeelen in staat stellen, schijnt R. wel aan te nemen, dat alle werkelijkheid concreet en individueel is, en de algemeene begrippen als voces, klankvormen, aan te duiden, maar is het niet met zekerheid uit te maken, of hij ook de mogelijkheid van de vorming van algemeene begrippen door het denken ontkent en het verband tusschen de voces en de dingen zonder meer loochent.De leer van R. over de H. Drievuldigheid (→ Tritheïsme) werd in 1093 door het Concilie van Soissons veroordeeld.
Lit.: F. Sassen, Patristische en Middeleeuwsche wijsb. (21932).
F. Sassen.