Vroeger algemeen elk rood edelgesteente, thans alleen dat edelgesteente, dat uit gekristalliseerd aluminiumoxyde bestaat, dus roode ➝ korund. Deze heet echte of Oostersche r.; balas-robijn is een ➝ spinel.
De voornaamste vindplaats is Opper-Birma. De kwaliteit wordt beoordeeld naar de zuiverheid van de kleur, welke bij de beste als „duivenbloed” gekenmerkt wordt.
Vroeger waren zulke r. boven twee karaat meer waard dan even zware diamanten. De prijzen zijn echter teruggeloopen nadat het gelukt is r. synthetisch te vervaardigen.
In de tweede helft der 19e eeuw zijn hiertoe vsch. methoden bekend geworden, doch de thans uitsluitend gebruikte berust op het volgende principe. In een verticaal naar beneden gerichte knalgasvlam wordt door de toevoerbuis van de zuurstof zeer fijn gepoederd aluminiumoxyde gestrooid.
Op een vuurvast support, dat zich even onder de punt van de vlam bevindt, groeit dan het kristal peervormig aan. Dit kristal onderscheidt zich alleen daarin van de echte r., dat er microscopisch kleine luchtbelletjes in zitten en dat de kristalvlakken een weinig gekromd zijn.
Het treffen van de juiste kleur heeft groote moeilijkheden gekost; sinds lang was bekend, dat deze bij de natuurlijke door chroomoxyde veroorzaakt wordt; de synthetische hiermede goed te kleuren lukt echter alleen, wanneer het gebruikte aluminiumoxyde geheel vrij van magnesia is. Ook schijnt het wenschelijk te kleuren met een mengsel van chroomoxyde en ijzeroxyde. Zernike.