Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Ringwormen

betekenis & definitie

(Annelida), klasse der wormen, waarbij het lichaam duidelijk in segmenten verdeeld is. Verder draagt elke lichaamsring voetvormige uitsteeksels, die met haren of borstels zijn voorzien; deze ontbreken bij de Archianneliden.

Het aantal daarvan is groot bij de veelborstelige r. (zeemuis), slechts gering bij de weinigborstelige r. (regenworm). Inwendig vindt men een lichaamsholte, gevuld met een vloeistof, welke bij de voeding en uitscheiding een rol speelt; bij bloedzuigers is deze holte grootendeels door weefsel opgevuld.

Onder de huid ligt meestal een spierlaag, bestaande uit ring- en lengtespieren, welke ter voortbeweging dient. Van de zintuigen is de tastzin het meest ontwikkeld.De meeste r. leven in zee, vooral bij de kust. Vele dezer soorten graven zich in den bodem in (zeepier) of maken een huis van zandkorrels e.d. (goudkammetje). Andere zoeken tusschen steenen en planten naar hun voedsel, dat bestaat uit kleine dieren, die met de sterke kaken worden gevangen (zeeduizendpoot). De in zee levende soorten planten zich voort door vrijzwemmende larven, die vaak in groot aantal in het plankton voorkomen. Zie verder ➝ Regenworm; Enchytraeus; Slingerwormen. Voor fossiele r., zie ➝ Annelidae.

Lit.: Brehm, Tierleben (I 41918, 273 vlg.); F. Hempelmann (in: Handwörterb. d. Naturwiss. I 21931, 315 vlg. en 335 vlg.; verdere lit. aldaar).

M. Bruna.

< >