1° Henri de, Fransch dichter en romanschrijver, een der hoofden van het tweede geslacht der Symbolistische school. * 28 Dec. 1864 te Honfleur (Calvados), † 23 Mei 1936 te Parijs (?). Leerling van Leconte de Lisle en Hérédia, wiens dochter (schreef onder pseud.
Gérard d’Houville) hij huwde in 1896. Naast vele psychologische, ietwat te gekunstelde, doch in rijk geschakeerd proza geschreven romans, gaf hij fijn genuanceerde reisverhalen, maar vooral gedichtenbundels in meestal vrijen versvorm.
Lid v. d. Acad.
Franç. sinds 1911. Zijn werken, hoofdzakelijk zijn romans, baden in een zwoele atmosfeer; te vermijden om hun erotisch karakter.
R.’s invloed was groot.Werken. O. a. poezie: Poèmes anciens et romanesques (1890); Les Jeux rustiques et divins (1897); La Cité des Eaux (1902); Vestigia flammae (1921). Romans: La Doublé Maitresse (1900); Le Bon plaisir (1902); Le Passé vivant (1905); L’Illusion héroïque de Tito-Bassi (1916); Divertissement provincial (1925). Reisindrukken: Esquisses vénitiennes (1906 en 1920); Nos rencontres (1931).
Lit.: R. Honnert, H. de R., son oeuvre (1923). Willemyns.
2° Mathurin, Fransch dichter. * 21 Dec. 1573 te Chartres; † 22 Oct. 1613 te Rouen. Een der knapste vertegenwoordigers van de onafhankelijke letterk. van het begin der 17e eeuw, vijandig tegenover de klassieke leer. Naast zijn soms rake, scherpgeteekende satyres (o.a. tegen Malherbe en zijn school), beoefende hij schier alle dichtsoorten; zijn werk is echter vaak zedeloos van inhoud. Zijn kunst vertoont een overdadige, weelderige fantasie, doch ze is dikwijls brutaal en onbetamelijk. Zijn zeer ontgoochelende en sceptische levensphilosophie kan vergeleken worden met die van Montaigne. Willemyns.
Uitg.: Oeuvres complètes, d. Courbet (1869); J. Plattard (1930).
Lit.: J. Vianey, M. R. (1896).