(Lat.). Hieronder verstaat men het plechtig opzeggen (weergeven) door den doopcandidaat van het hem vroeger geleerde Symbolum (Geloofsbelijdenis) en Onze-Vader (Oratio); het had gewoonlijk plaats bij een der laatste scrutinium’s vóór het ontvangen van het Doopsel.
Beide formulieren werden als den Christenen bijzonder eigen beschouwd. Nadat de kinderdoop algemeen werd, verloor deze ceremonie haar practische beteekenis.Lit.: Duchesne, Origines du culte chrét. (51925): De Puniet, Dict. Arch. et Liturgie (s.v. Baptême). Verwilst.