1° (wisk.) De reciproke (of omgekeerde) waarde van een getal a is 1/a; van een Breuk a/b is het b/a. Voor r. transformatie, zie ➝ Correlatie.
Een r. stelling is een duale stelling (➝ Dualiteit). R. poolfiguren zijn fig., die door een ➝ poolverwantschap aan elkaar worden toegevoegd.2° (Biologie) In het ➝ Mendelisme leert men, dat de kruising van het ras A als moeder met het ras B als vader, dezelfde uitslagen geeft als de reciproke kruising, dus ras B als moeder en ras A als vader. Deze onderlinge gelijkheid der recipr. kruising werd het eerst aangetoond door C. von ➝ Gärtner; zij gaat echter niet op in geval van ➝ heterogamie, geslachtsgebonden erfelijkheid en enkele andere gevallen. Dumon.