Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Piëzometer

betekenis & definitie

Toestel, dat dient om de samendrukbaarheid van vloeistoffen en vaste stoffen te meten. De p. van Oerstedt, vervaardigd in 1782, bestaat uit een vat (a),waarin de te onderzoeken vloeistof gegoten wordt en dat op een open capillair buisje, gedeeltelijk met kwik gevuld (b), uitloopt, zoodat de volumeverandering van de daarin samengedrukte vloeistof nauwkeurig genoeg kan gemeten worden. Dit geheel wordt in een sterk glazen vat gebracht, met water gevuld, en dat alleen aan de bovenzijde een opening draagt, die luchtdicht met een perspomp wordt verbonden. Als de perspomp werkt, kan men op de schaal van de capillaire buis het bedrag der samenpersing en op een manometer, die met ’t watervat in verbinding staat, de drukking aflezen.

De uitslagen van Oerstedt waren fout, daar zij niet de samendrukbaarheid der vloeistof gaven, doch het verschil der samendrukbaarheid van de vloeistof en de vaste stof, waaruit het vat vervaardigd is. In 1827 hebben Sturm en Colladon die fout onvolledig verbeterd, doch Regnault heeft in 1848 een p. vervaardigd, waarmede hij door drie metingen gelijktijdig de samendrukbaarheid van de vloeistof en van de vaste stof kon bepalen, door de drukking eerst alleen langs de buitenzijde van het vat, daarna alleen langs de binnenzijde en ten slotte langs beide zijden te laten werken. Onder de moderne p. zijn die van Amagat en van Richardson en Stull het meest bekend.

J. Wouters.

< >