Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Pieter van der Meer de Walcheren

betekenis & definitie

Ned. letterkundige, schrijver van romans en letterk. essays. * 10 Sept. 1880 te Utrecht. Na aanvankelijke studie der Klassieke talen aan de univ. van Amsterdam en zijn kennismaking met de Europ. lit. gaat hij naar Brussel, waar hij als socialist zijn letterk. loopbaan aanvangt met enkele romans en tijdschriftartikelen. Na eenig omzwerven door Zuid-Europa vestigt hij zich te Parijs, waar hij in aanraking komt met Léon Bloy, die in 1911 als peter hem de Kath.

Kerk binnenleidt. Tijdens den Wereldoorlog is M. oorlogscorrespondent van De Maasbode aan het Fransche front. Eind 1918 woont hij te Oosterhout, later te Helmond, waar hij medewerker is aan het weekblad De Nieuwe Eeuw.

Hierin schrijft hij zijn beste letterk. opstellen, die op het jonge Kath. Nederland grooten invloed hebben uitgeoefend. In 1924 wordt hij verbonden aan het weekblad Opgang en woont hij in Amsterdam, waar hij nog een bundel essays (Branding) publiceert.

In 1929 vertrekt hij naar Parijs als leider van een uitgeverij, welke werkkring onderbroken wordt door een tweejarig verblijf in het Benedictijner klooster te Oosterhout (N. Br.), waar zijn zoon dom Pieter kort te voren was gestorven.

Sedert zijn terugkeer in Parijs publiceert hij weer essays.

M. kan in vele opzichten de vader van de beweging der Kath. jongeren genoemd worden. Aan zijn invloed is de stichting van tijdschriften als Roeping en De Gemeenschap te danken.Werken: Romans: Jong leven (1903); Van licht en duisternis (1904); Jacht naar geluk (1907); Het verborgen leven (1919). Essays: Uit Italië (1911); Branding (1924). Nog publiceerde hij een leven van St. Benedictus (1921); Het witte Paradijs (over de Karthuizers, 1929) en zijn bekeeringsverhaal: Mijn dagboek (1913). Beide laatste werden in het Fransch en Duitsch vertaald. Bijdragen van zijn hand verschenen in de meeste Ned. lit. tijdschriften. Piet Visser.

< >