(geologie), het proces, waarbij een mineraal door een ander verdrongen wordt, zonder dat de samenhang verloren gaat. Het nieuwe mineraal wordt in oplossingen aangevoerd, die veelal langs breuken circuleeren. M. is daarom dikwijls aan breuken gebonden.
Kalken zijn door hun oplosbaarheid gunstig voor m., moeilijk doordringbare gesteenten bepalen dikwijls de grens der metasomatose. Bij ertsafzettingen, fossilisatie, pneumatolyse en die vormen van contactmetamorphose, waarbij stoftoevoer plaats vindt, is m. van groote beteekenis. Jong.