Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Memphis

betekenis & definitie

1° Oud-Egypt. stad, ong. 25 km ten Z. van Kairo, aan den W. oever van den Nijl (I 536, bijkaart a, A/B 2), vlg. een niet onwaarschijnlijke overlevering gesticht door ➝ Menes. De pharao ’s van het Oude Rijk resideerden te M. of in de onmiddellijke nabijheid ervan, zoodat men het beschouwen kan als de toenmalige hoofdstad van Egypte. Later verdrongen door ➝ Thebe, blijft het één der grootste steden van Egypte.

Na Thebe’s verwoesting (663 v. Chr.) is M. weer de grootste stad en daarna residentie van ➝ Ahmes II en de Perzische satrapen. De Arabieren legden na de verovering van Egypte in 641 hun residentie een weinig Noordelijker aan in Foestat (oud-Kairo), waarbij ze voor hun gebouwen het materiaal uit M. haalden, zoodat tegenw. slechts schamele resten van ruïnes over zijn.

Stadsgod was ➝ Ptah, die in M. een grooten tempel had, waarbij het heiligdom lag van den Apis, die in het ➝ Serapeum van M. begraven werd. De stad ontleent haar naam aan de pyramide van Pepi I: Men nefroe Pipi (de schoonheid van Pepi blijft) (Men nefroe > Koptisch Menfe > Gr. Memphis).

Zie afb. 4 op de pl. t/o kol. 768 in dl. IX.Lit.: J. Capart en M. Werbrouck, M., à l’ombre des Piramides (Brussel 1930); H. Kees, in Pauly-Wissowa-Kroll, Real-Encycl. d. class. Altertumswiss. (XV, 1 1931, s.v.).

2° Grootste stad van Tennessee (Ver. Staten), aan de Mississippirivier gelegen (35°16'N., 90°W.); ca. 257 000 inw., de helft Negers. Hoofdmarkt voor katoen. Verder handel in specerijen, schoenen, hout en gezouten vleesch.

< >