Beter Melkiten („keizerlijken”; (Syrisch malka = Gr. basileus), ook Graecomelkiten, naam oorspronkelijk door de Monophysieten gegeven aan de rechtgeloovige Christenen van de patriarchaten Antiochië, Jerusalem en Alexandrië, die de dogmatische beslissingen van het concilie van Chalcedon (451), gehouden onder de bescherming van den keizer, aanvaard hadden. Van hen scheidden zich de Maronieten om nog niet opgehelderde redenen af. De M. gingen met het algemeene Oostersche Schisma mee.
Voorbijgaande hereeniging met Rome had plaats in de 13e en 15e eeuw (concilie van Florence). In de 17e e. begonnen de Capucijnen, Carmelieten en Jezuïeten een missie in Aleppo. In de 17e en 18e e. zonden de patriarchen der M. geregeld hun geloofsbelijdenis naar Rome, niettemin bleven zij in relatie met de andere van Rome afkeerige patriarchen.
In 1724 voltrok zich een definitieve scheiding tusschen Katholieke en Schismatieke Melkiten. In de 19e e. was het stoken tegen de Katholieken aanleiding tot een vervolging van den kant der Turken. De patriarch Maximus III Mazloem wist gedaan te krijgen, dat de M. als natie erkend werden.
In den laatsten tijd is er onder de afgescheiden M. een beweging naar Rome, hetgeen tot de oprichting van een aartsbisdom Transjordanië leidde in 1932.De Kath. patriarch resideert in Damascus, Alexandrië en Kairo; het patriarchaat omvat 18 bisschoppen, 170 priesters in de zielzorg, 340 ordesgeestelijken, 150 000 geloovigen. In den vreemde zijn nog ca. 16 000 M., vooral in de Ver. Staten v. N. Amerika. De orden bestaan uit Salvatorianen, Sjoewairiten, Paulisten enz.
De Witte Paters hebben een seminarie in Jerusalem (S. Anna) voor de opleiding van de wereldgeestelijken. De Schismatieke M. (de „Orthodoxen”) hebben 3 patriarchaten. Na den Wereldoorlog was er sterke invloed van Rusland, nu van Anglicaansche en Prot. zijde. De Kerk heeft te lijden van innerlijke twisten als tusschen Arabieren en Hellenen, en wordt van buiten benadeeld door de Loge.
De liturgie der M. is oorspr. de Antiocheensche, vanaf de 13e eeuw de Byzantijnsche ritus. Later werden de Byzant. boeken in het Syrisch vertaald. Vanaf de 17e e. werd het Arabisch gebruikt als liturg, taal. Kerkrechtelijk wordt over het algemeen het Byzant. recht gevolgd.
Lit.: Lex. f. Theol. u. Kirche (VII, 63 vlg.). Sloots.