Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mantel

betekenis & definitie

1° In de iconographie wordt sedert de 15e eeuw de m. tamelijk veelvuldig gebruikt zoowel voor de beeldhouw(zgn. mantelbeelden) als schilderkunst in verband met Maria, de Moeder van „Barmhartigheid”, vandaar Mantelmadonna genoemd (Fr. Vierge au manteau; Duitsch: Schutzmantelmadonna). Later ook voor andere heiligen (Franciscus; Birgitta e.a.).

Het idee gaat misschien terug op een visioen van een Cisterciënser uit de 13e eeuw, dat Caesarius van Heisterbach verhaalt; ook hebben de Dominicanen aan de verspreiding der Mantelmadonna hun aandeel (kloosterzegel te Nijmegen). Een grootsche figuur van Maria beschut onder een wijd-uitgespreiden mantel een menigte knielende of staande monniken tegen dreigend onheil (vnl. pestziekte), later andere geestelijke personen en ook de geloovigen. Bekend is vooral het altaar-retabel te Montone (Umbrië); ook een werk van J.

Provost (?) te Valenciennes; Van Eyck heeft een voorbeeld hiervan in zijn Laatste Oordeel; veel voorbeelden in Frankrijk (Le Puy en elders). Een goede Mantelmadonna bevindt zich in de parochiekerk te Marienthal (Wesel) door J. Strater.Lit. : E. Male, L’art religieux (3iII, 189); K. Künstle, Ikonogr. der christl. Kunst (I); V. Suszmann, Maria mit dein Schutzmantel (Marburg 1931); Kronenburg, Maria’s Heerlijkh. in Ned. (III en VIII). p. Gerlachus

2° Heraldiek. Sedert de 16e eeuw omhangen eenige geslachten hun wapen met een mantel. → Heraldiek.
3° Dierkunde. Mantel (Pallium), heet bij de weekdieren een huidplooi aan de rugzijde, die het lichaam geheel of grootendeels bedekt. De ruimte tusschen m. en lichaam wordt mantelholte genoemd en dient meestal voor kieuwof ademholte. Aan het oppendak is de m. dikwijls bedekt door een kalkschaal, waarvan de groei geschiedt aan den mantelrand door kalkafscheidende ldiertjes. Bij de plaatkieuwigen, waar twee mantelplooien voorkomen, worden ook twee zijdelingsche schelpen aangetroffen, bij de buikvoetigen slechts één. → Manteldieren. Willems

< >