Voor godsd. bezwaren en kerkelijk verbod, zie Crematie; voor de hygiënische bezwaren, → Begrafenis; voor het Ned. recht, → Begrafeniswet.
Belgisch recht: wet van 21 Maart 1932. De toelating tot lijkverbranding is afhankelijk gesteld van de volgende voorwaarden:
1° Schriftelijke aanvraag, gericht aan den ambtenaar van den burgerlijken stand en uitgaande van het familielid of van den persoon, belast met het regelen der lijkplechtigheden;
2° Voorlegging van een akte, uitgaande van den overledene en waarin deze den wil uitdrukt, dat zijn lichaam zal verbrand worden; de voor de testamentaire beschikkingen gestelde bekwaamheidsvoorwaarden en vormvereischten zijn toepasselijk op deze akte;
3° Voorlegging van een certificaat, uitgaande van den behandelenden geneesheer, waaruit blijkt, dat er geen teekenen of aanwijzingen van gewelddadigen dood voorhanden zijn;
4° Een verslag van den beëedigden geneesheer, aangesteld door den ambtenaar van den burgerlijken stand, gaande over de oorzaken van het overlijden en bevestigend, dat er geen teekenen of aanwijzingen van gewelddadigen dood aanwezig zijn. → Crematie. Rondou