zijn verzamelingen van → abbreviaties, naar bepaalde systemen in den Romeinschen tijd aangelegd. Zij worden ook „notae iuris” genoemd. Van Rome uit werden deze verzamelingen verbreid naar Ierland en Engeland, Spanje en het Frankenrijk, waar o.a. aartsbisschop Magno van Sens een nieuwe collectie voor Karel den Grooten bijeenbracht.
Zij werden heel de M.E. door afgeschreven, uitgebreid, soms gedrukt, o.a. een te Brescia (1534).Uitg. : Th. Mommsen, in H. Keil, Grammatici lat. IV (1855).
Lit.: L. Schiaparelli, Note paleografiche, in Arch. storico ital. (72-73, 1914-’15); P. Lehmann, Sammlungen und Erörterungen lat. Abkürzungen in Altertum und M. A. (1929). Lampen.