(Duitsch: Reifgraupeln; Fr. neige roulée), atmosferische ijsneerslag van bol- of kegelvormige, opake, witte korrels van sneeuwige structuur en van 1 tot 5 mm middellijn. → Hagel. De korrels springen licht in stukken, als zij op een harden grond vallen. De k. valt vooral op het vasteland, bij een luchttemperatuur van ong. 0° C.
Ontstaat door rechtstreeksche condensatie van waterdamp tot ijs. V. d. Broeck Lit.: Atlas international des nuages (Parijs 1932, 61).