(ook bergvink of oranjevink), Fringilla montifrigilla, vogel van de fam. der vinken. Kop, nek en rug zwart met bruine vederzoomen; keel, borst en vleugeldekveeren oranjeachtig-geelbruin; buik, stuit en onderkant der staartdekveeren wit; zwarte vleugel met twee roestkleurige banden. Komt half Sept. veelvuldig op den doortrek in deze streken; blijft wel overwinteren waar veel beukenootjes zijn.
Broedt in N. Europa en N. Azië. Bernink.