Koning van Zweden en Noorwegen (1818-’44). *26 Jan. 1763 te Pau (dept. Basses-Pyrénées), ✝8 Maart 1844 te Stockholm. Hij heette eigenlijk Jean Baptiste Jules Bernadotte en was de zoon van een Fransch rechtsgeleerde.
Hij trad in 1780 als vrijwilliger bij het Fr. leger in dienst en bracht het vóór het uitbreken van de Revolutie tot sergeant-majoor. In 1794 was hij reeds divisie-generaal en maakte vervolgens tusschen 1797 en 1809 op eervolle wijze alle veldtochten mede van Napoleon, die hem tot prins van Ponte Corvo benoemde. In 1810 noodigde een Zweedsch gezantschap hem als kroonprins naar Zweden, op voorwaarde dat hij zijn Fransch burgerschap voor het Zweedsche en het Katholieke geloof voor het Luthersche opgaf (Sept. 1810).
Met toestemming van Napoleon I ging hij op dit verzoek in. Hij kreeg onmiddellijk veel invloed op de aangelegenheden van Zweden en verdedigde deze krachtig, ook tegen Napoleon. In 1813 verklaarde Zweden den oorlog aan Frankrijk, zoodat K. de veldtochten in Duitschland (1813) en in Frankrijk (1814) meemaakte; bij den terugkeer van Napoleon in 1815 bleef Zweden echter onzijdig.
Intusschen had K. Frederik VI, koning van Denemarken, gedwongen afstand te doen van Noorwegen (vrede van Kiel, 14 Jan. 1814), en hij bewerkte thans door zijn bekwaamheid als krijgs- en staatsman, dat het Noorsche volk zich vreedzaam onderwierp aan de nieuwe dynastie (Akte van Unie, 6 Aug. 1815).
Op 5 Febr. 1818 beklom hij in Zweden en in Noorwegen den troon.
Hij bevorderde de algemeene welvaart en verwierf zich daardoor een groote populariteit. Hij werd opgevolgd door zijn eenigen zoon Oscar I.Lit.: Alin, Carl Johan och hans tid (2 dln. 1881-’93); C. Schefer, Bernadotte roi (Parijs 1899); vooral de werken van Dunbar Plunket Barton, o.m. Bernadotte prince and king (Londen 1925) en The amazing career of Bernadotte (Londen 1929). Lousse.