Koning van Zweden (16541660), zoon van Johan Casimir van Pfalz-Zweibrücken, kleinzoon van koning Karel IX. *8 Nov. 1622 te Nyköping, ✝13 Febr. 1660 te Göteborg. Hij volgde zijn nicht Christina na haar afstand van den Zweedschen troon (6 Juni 1654) op, volgens haar uitdrukkelijken wil. K. wilde de uitbreidingspolitiek van Gustaaf Adolf rondom de Oostzee voortzetten, en kwam daardoor in oorlog met Polen, Denemarken en de Republiek.
De Ned. hulp, aan Polen (1655) en aan Denemarken (1658) verleend in den vorm van een machtige vloot, zette den Zweedschen koning schaakmat. v. Gorkom.