Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Karel II (Engeland)

betekenis & definitie

Koning van Engeland (1660-1685), oudste zoon van Karel I. * 29 Mei 1630 te Londen, ✝ 6 Febr. 1685 aldaar. Na de terechtstelling van zijn vader deed hij vanuit Schotland een inval in Engeland, doch werd door Cromwell bij Worcester volkomen verslagen (3 Sept. 1651). In 1660 bracht de politiek van generaal Monk hem terug op den Engelschen troon en hij regeerde in absolutistischen geest evenals zijn vader.

De rijke subsidiegelden van zijn neef Lodewijk XIV maakten hem en zijn → Cabal-ministerie van het parlement onafhankelijk en gaven hem de gelegenheid, een lichtzinnig en verkwistend hof te onderhouden.Zijn politiek was doorloopend Fransch- en Katholiek-gezind. Terwijl hij verdraagzaamheid wilde voor Katholieken en non-conformisten, stelde het parlement, vol wantrouwen tegen dezen koning, daartegenover de Test-act (1673) en de Habeas-corpus-act (1679); de Prot. no-popery-movement kwam in volle kracht op, vooral toen K. ’s broeder Jacob, die openlijk Katholiek was geworden, de aangewezen troonopvolger bleek te zijn. K. ging zelf op zijn sterfbed plechtig en bij volle kennis over tot het Katholicisme. Hij was gehuwd met Catharina, een Portugeesche prinses, doch schond herhaaldelijk de huwelijkstrouw. Zijn meest bekende minnares was de Fransche Louise Renée de Kéroualle, sedert 1673 verheven tot hertogin van Portsmouth, wier kinderen onder de voorouders van meerdere geslachten van den hoogen Engelschen adel zijn aan te wijzen.

Lit.: Airy, Charles II (1904); Lodge, Hist. of England 1660-1702 (1910): Dasant, The private life of Ch. II (1927). v. Gorkom

< >