Hertog en sedert 1815 groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach (1775-1828). *3 Sept. 1757 te Weimar, ✝14 Juni 1828 te Graditz bij Torgau. Eerst strijdend tegen de Fransche Revolutie, sloot hij zich later bij Napoleon aan, doch voegde zich na den slag bij Leipzig in 1813 weer bij diens vijanden. Het Weener Congres beloonde hem met uitbreiding van grondgebied en den titel van groothertog.
Hij was de eerste in Duitschland, die een standenrechtelijke grondwet (ständische Verfassung) naar de opvattingen van het Weener Congres verleende (1816). Bovenal is K. A. echter bekend om zijn innige vriendschap met Goethe, dien hij in 1774 reeds leerde kennen en in 1775 naar zijn hof riep.
Onder zijn regeering werd Weimar, ook door de medewerking van Goethe, een middelpunt van cultuur, kunst en wetenschap in Duitschland; de universiteit van Jena kende toen een hoogen bloei.Werk: Briefwisseling met Goethe, uitg. H. Wahl (3 dln. Berlijn 1915-'18).
Lit.: W. Bode, K. A. von Weimar. Jugendjahre (Berlijn 1912); F. Hartung, Das Grossherzogtum Sachsen-Weimar unter der Regierung Karl-Augusts (Weimar 1923); E. Marcks, K.
A. von Weimar (1928). Lousse.