Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Jan de Louter

betekenis & definitie

Ned. rechtsgeleerde. * 3 Aug. 1847 te Amersfoort, ♱ 9 Maart 1932 te Hilversum. Studeerde te Utrecht en te Leiden, en ging in 1872 als leeraar in de Ned.-Ind. staatsinstellingen naar Batavia; in 1877 werd hij benoemd tot hoogleeraar in het Ind. staatsrecht te Amsterdam. Sinds 1879 doceerde hij ook Ned. staatsrecht, administratief recht, volkenrecht en rechts-philosophie aan de univ. van Utrecht en gaf van 1897 tot 1901 koningin Wilhelmina onderricht in het Ned. en Ned.-Ind. staatsrecht.

Vooral op het gebied van het volkenrecht heeft L. een grooten naam verworven.Werken: o.m. Het stellig volkenrecht (2 dln. 1910); Hoofdpunten v. h. oorlogsrecht (1914) ; Handb. v. h. staats- en administratief recht van Ned.-Indië (61914); De volkenbond een mijlpaal op den weg der rechtsontwikkeling (1920) ; Rechtsontaarding (1923).

v.d.Kamp.

< >