Staatsman. * 6 Juli 1793 te Amsterdam, † 11 Febr. 1870 te Arnhem. Zijn staatkundige loopbaan begon in 1840, toen hij zitting had in de dubbele Tweede Kamer en zich aanstonds geheel achter Thorbecke schaarde. Zoo behoorde hij ook in 1844 (K. had dat jaar weder zitting in de Kamer gekregen) tot de „Negenmannen”, die onder aanvoering van Thorbecke het initiatief namen voor een grondwetsherziening in liberalen geest.
De Kamer weigerde hun ontwerp in behandeling te nemen. Toen in 1848 de koning zelf (Willem II) het initiatief nam, werd K. lid van de voorbereidingscommissie. Kort daarop trad K. in het ministerie, dat mede onder zijn leiding kwam.
Dit ministerie stond zwak (de liberale meerderheid in de Kamer wenschte Thorbecke aan het hoofd der regeering) en trad in 1849 af. In 1853 werd K. weer lid van de Kamer (tot 1860), waar hij feitelijk de conservatieve gedachte verdedigde. Hij behoort dus tot die mannen, die de hervorming van 1848 als eindpunt beschouwden.Verberne.