Noorweegsch Impressionistisch romanschrijver. * 11 Oct. 1865 te Doppen, ✝ 13 Oct. 1926 te Oslo. In een stijl van zeer aparte uitzonderlijkheid, met eigengemaakte, niet van gekunsteldheid vrij te spreken taalmiddelen, teekent K. den strijd tusschen de Noorweegsche boerencultuur en de moderne import-beschaving van de ambtenaarswereld; ook zijn cultuurphilosophische romans met thema’s uit de nationale M.E. en zijn tooneelstukken met onderwerpen uit de Ital. Renaissance beelden beschavingsconflicten uit in tijden van overgang, in het kader eener suggestief geschilderde, bar-woeste, sombere natuur.
Zwoele erotomanie maakt, dat het meeste werk streng voorbehouden moet blijven. Baur Voorn. werken: Huldren (1892); Ungt Folk (1893) ; Flaggermusvinger (1895); Sus (1896); Fra Hav til Hei (1897); Hugormen (1898); Traekfuglo (1899) ; Vaarnaetter (1901); Naar Kjaerlighet dör (1903); Emigranten (1904); En Penneknegt (1911); Kirken braender (1917); Sneskaveln brast (1918-’19); Fra Fonneland til Svabergssveen (1922). Tooneelstukken : Agilulf den Vise (1906); Bryllupet i Genua (1911) ; Mot Karneval (1915 ; met Macchiavelli als hoofdheld!); Den siste Gaest (1910); Driftekaren (1908).Lit.: Kr. Gierlöff, H.E.K.(1923).