Eng. romanschrijver en dichter. * 12 Febr. 1828 te Portsmouth, ✝ 18 Mei 1909 te Boxhill (Surrey). Studeerde aanvankelijk in de rechten; ging zich echter wijden aan de letteren. Schreef eerst gedichten, later vnl. romans.
Ofschoon zijn werken nooit populair waren, is M. toch een schrijver van groot formaat. Zijn romans zijn diepgaande psychologische studies, die een zeer aandachtig lezen vereischen. M., die negatief staat in zaken van geloof en zeden, huldigt een natuur-philosophie, die in wezen pantheïstisch is.Werken: The Shaving of Shagpat (1856); Farina (1857); The Ordeal of Rich. Feverel (1859); Evan Harrington (1861); Emilia in England (1864); Modern Love and Poems of the Engl. Roadside (gedicht; 1862); Harry Richmond (1871); Beauchamp’s Career (1875); The Egoist (1879); Diana of the Crossways (1880).
Uitg. Memorial edit. (1909-’11); Letters, door zijn zoon (1912).
Lit.: Le Gallienne, G. M. (1890); M. Henderson, G. M. (1907); M. Forman, Biography of the Writings of G. M. (1922); Galland, G.
M. and British Criticism (1922); J. Priestley, G. M. (1926).
F. Visser.