Musicus. * 2 April 1803 te Rain, ✝ 20 Jan. 1890 te München. Bekwaamde zich voor componist-organist en dirigent. In Weenen omgang met Franz Schubert; hofkapelmeester te München, waar hij op den achtergrond werd gedrongen door de komst van Wagner.
Werken: suiten voor orkest (contrapuntiek); symphonieën ; opera’s ; alle vormen van voc. en instrum. muziek. Zijn suiten zijn het belangrijkst.
Lit.: L. Mayer, F, L. als Suitenkomponist (hss. 1922); A. Würz, F. L. als dramat. Komponist (diss., 1927).