Ned. schrijver. * 6 Juni 1765 te Amsterdam, † 10 Oct. 1834. Zijn handelsbetrekkingen (hij was makelaar) verhinderden hem niet, veel te studeeren en te schrijven in almanakken en jaarboekjes; hij vertaalde veel tooneelstukken. Zijn gedichten, die den argwaan van de Fransche regeering wekten, behandelen Klassieke en vaderlandsche onderwerpen.
Hij was een zwager van Helmers, met wien hij zijn liefde tot Vondel, maar ook den in onze ooren gezwollen klinkenden stijl gemeen had.Werken: Gedichten (4 dln. 1816-’17). — Lit.: Jonckbloet, Gesch. v. Ned. Lett. (V); S. Kalff, C. L., in Tschr. v. Gesch., Land- en Volkenk. (jg. 39, 1917); Potgieter, Krit. Studiën (I). Piet Visser.