Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Bessarion

betekenis & definitie

B a s i l i u s of J o h a n n e s, kardinaal, voorn. Grieksche geleerde en schrijver der 15e eeuw, Humanist, ijveraar voor de hereeniging der Kerken.

*ca. 1400 te Trapezont, + 1472 in Ravenna. B. studeerde in Konstantinopcl, werd 1423 Basilianermonnik, 1431 priester. In Morea had hij enorm succes als gewijd redenaar en verdiepte hij zich tevens in de philosophie van Plato. 1437 aartsbisschop van Nicea. Als zoodanig woonde hij het Alg. Concilie van Florence bij, waar hij eerst voor de Grieksche Kerk opkwam, maar weldra vurig ijverde voor de Unie met Rome en de krachtige bekwame bestrijder was van den onverzoenlijken Marcus van Ephese. Hij keerde na het Concilie naar zijn vaderland terug, maar de bevorderaars der Unie werden daar zoo slecht behandeld, dat hij nog hetzelfde jaar 1439 weer naar Italië trok en daar zijn verder leven bleef.

Paus Eugenius IV creëerde hem tot kardinaal (1439). Tweemaal was hij candidaat bij de pauskeuze (1455 en 1471). In 1463 werd hij Latijnsch patriarch van Konstantinopel benoemd, maar bleef in Italië, want zijn ideaal: kruistocht tot herstel van het Byzantijnsche Rijk ging niet in vervulling. Afgezien van enkele politieke zendingen wijdde hij zich aan de studie. Tegen Georgius van Trapezunt verdedigde hij de leer van Plato. Aristoteles en Plato hebben beiden hun dwalingen en beiden hun verdiensten, maar bij Plato vindt hij minder tegenspraak en duisterheden, meer overeenkomst met onze leer over God, schepping, oorsprong der dingen, onsterfelijkheid der ziel.

Zijn uitgebreide, waardevolle bibliotheek schonk hij nog bij zijn leven aan Venetië, omdat daar, zooals hij aan den doge schreef, het meeste Grieksche intellect te zamen kwam. Zijn grootste eeretitel blijft zijn ijveren voor de hereeniging, die wel tot stand kwam op het Concilie van Florence, maar helaas van korten duur was.Werken: philosophisch: Latijnsche vert. van Aristoteles en Theophrastus; twee geschriften over Plato tegen Georgius van Trapezunt; theologisch: redevoeringen op het Concilie van Florence, vooral ter verdediging van het Filioque (de H. Geest komt uit Vader én Zoon voort); tractaten over hetzelfde onderwerp, ook een over de Consecratiewoorden der H. Eucharistie ; een epistola catholica aan de Grieken om hen aan te sporen tot erkenning van Rome; ascetisch: een compendium der ascetische geschriften van S. Basilius den Grooten.

U i t g.: Migne Patrol. Graeca (CLXI ; onvolledig); vert. der Metaphysica van Aristoteles in de A.-uitgave van Berlijn (1831); brieven en andere werkjes in het Gr. tijdschrift Neos Hellènomnèmoon (1904 vlg.).

Lit.: Mohler, Kardinal B. als Theologe, Humanist und Ptaatsmann (2 dln. 1923—’27) ; Dict. Théol. Cath. (II, 801-807); Lexikon f. Theol. Kirche ( 1931, 247 vlg.); Ehrhard in Krumbachers Gesch. d. Byzantin. Liter. (21897, 117 vlg.).

Franses.

< >