Zuster Bertken, Jacobsdochter, die „57 jaren besloten heeft gheseten tot Utrecht in dye buerkcrcke”, van haar dertigste jaar af, in 1457. De tijdens haar leven reeds verspreide liederen van haar werden na haar dood gebundeld en uitgegeven met enkele geestelijke verhandelingen, vooral over het Lijden, in 1518 te Leiden bij Jan van Severen.
Haar acht liederen, innig, rustig-eenvoudige soms pramend-opwekkend, met wel eens een naklank van Hadewych, behooren, zonder sterke composities te zijn, tot de beste geestelijke liederen der middeleeuwen, al is het ook onzeker, of wel alles eigen werk van haar is. De bekende, zeer mooie maagdendans in het lied ,,Die werelt hielt mi in hare gewout” komt is de redactie van B. niet voor. Uit?.: dr. Joh. Snellen, in Herdrukken van de Maatsch. der Ned. Letterkunde (1924). V. Mierlo.