Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Anthonis de Roovere

betekenis & definitie

Rederijker van Brugge (eerste helft der 15e e.), ♱ 16 Mei 1482 te Brugge. Al vroeg werd hij als Vlaemsch doctoer, als poëtisch Rhetoricien, als prinche der Rhetorijcke begroet.

Metselaar, d.i. waarschijnlijk bouwmeester, bleef hij steeds de dichtkunst beoefenen. Vooral de inrichting van optochten werd hem toevertrouwd.

Van zijn spelen verdient vooral het Quicunque vult salvus esse vermeld te worden: een spel op het symbolum Athanasianum en de Twaalf artikelen des geloofs, met felle zedengispingen. Verder vele godsdienstige of stichtelijke gedichten, en refereinen over Minne-vragen, volksche gedichten in losse, koozende, vlugge taal.

Meestal is hij hekelend bitter, met een weerklank van de zedelijke en maatschappelijke onevenwichtigheid en ontreddering dier dagen. Zoo is zijn werk van groot cultuurhistorisch belang.

Zijn best bekende gedicht Van der Mollen feeste is een wel lugubere doodendans. Hem wordt nog een spel Van Pays ende Orloghe toegeschreven.

In 1562 werden zijn gezamenlijke werken te Antwerpen uitgegeven door zijn stadsgenoot Edw. de Dene.Uitg.: van het spel Quicunque door prof. Scharpé (in: Leuvensche Bijdragen 1900); Theo de Jager bezorgde een Bloemlezing uit R.’s werk (1927). Lit.: G. C. van ’t Hoog, A. de R. (1918).

V. Mierlo.

< >