Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Allegorisme

betekenis & definitie

allegorische verklaring der mythen. Het a. is een product der Stoïcijnsche en Neoplatonische wijsgeeren. die hun wijsgeerige opvattingen in overeenstemming wilden brengen met de religieuze opvattingen van hun milieu.

De allegoristen onderscheidden in de mythische en religieuze voorstellingen de leering en het symbool. Zij meenden op die manier den godsdienst tegen den sloopenden invloed van het rationalisme te behoeden of ook zichzelf te kunnen verdedigen tegen de beschuldiging van atheïsme.De Stoïcijnen verklaarden de góden als personificaties van de verschillende elementen, waaruit de natuur samengesteld is. Zij waren aldus de voorloopers van de natuurmythologen der 19e eeuw.

De Neoplatonici verklaarden de góden van het Hellenistisch heidendom als demonen, die als bemiddelaars tusschen God en de menschen optreden. God gebruikt ze om zijn voorzienigheid over de wereld uit te oefenen: elk hunner heeft een ambt te vervullen, de een zendt droomen, de ander richt de vlucht der vogelen, weer een ander geleidt den bliksem of plaatst gunstige of ongunstige voorteekenen in de ingewanden der dieren. Zoo wisten deze allegoristen de heidensche godenwereld aan hun wijsgeerig systeem aan te passen. Deze leer werd zeer populair te Rome en de Christen Apologisten hebben niet geaarzeld er gebruik van te maken voor de uiteenzetting der bijbelsche leer over engelen en duivelen.

Deze allegorische verklaring werd in de 19e eeuw vernieuwd door de symbolische school van Creuzer.

L i t.: L. Bellon, Inleiding tot de vergelijkende godsdienstwetenschap (Antwerpen, Nijmegen, 1932).

Bellon.

< >