een groep van eenwaardige metalen, die de echte sterke (goed geïoniseerde) in water goed oplosbare basische hydroxyden opleveren. Gerangschikt volgens de opklimmende atoomnummers zijn het de volgende: lithium, natrium, kalium, rubidium en caesium.
De sterkte der hydroxyden neemt in de genoemde volgorde toe. Vaak bedoelt men met a. niet de metalen zelf maar hunne hydroxyden.v. d. Beek.